Ander gedrag dan verwacht
Herken je dat, je kind is anders dan dat je had verwacht. Misschien herken je wel een van de volgende zaken:
Herken je dat, je kind is anders dan dat je had verwacht. Misschien herken je wel een van de volgende zaken:
Hechting?
Het kan dat dit niet resoneert bij je, want je voelt een warm contact met je kind en je kan best heerlijk knuffelen. Laat mij dan uitleggen waarom we hier dan toch spreken over een ‘hechtingsproblematiek’.
Moeder en kind zijn door tig virtuele draadjes verbonden al voordat het kind ter wereld is gekomen.
En dat kan al ontstaan wanneer er bijvoorbeeld meespeelt dat het zwanger worden niet zomaar vanzelf is gebeurt. Dan kan die emotionele last al doorgegeven worden aan het vruchtje. Of dat je tijdens de zwangerschap zo misselijk bent geweest, of dat er een traumatische gebeurtenis voor of tijdens de zwangerschap, de geboorte of kort daarna heeft plaats gevonden. Bijvoorbeeld het overlijden van een dierbaar iemand van de moeder of scheiding van de vader van het kind. Maar ook een zware bevalling kan meespelen dat we spreken over een hechtingsproblematiek.
Een andere oorzaak is dat de baby in de couveuse of in het ziekenhuis moet blijven en dat de moeder naar huis mag.
dit zijn toch allemaal zaken waar we meer of minder geen invloed op hebben gehad.
Op de site van het Nederlands Jeugd Instituut; www.Nji.nl staat het volgende.
Percentage kinderen en jongeren met hechtingsproblemen
In de Richtlijn Problematische gehechtheid wordt op een rij gezet hoe vaak problematische gehechtheidsrelaties bij kinderen en jongeren voorkomen. De prevalentiecijfers zijn gebaseerd op zowel internationale als Nederlandse studies naar gehechtheid.
Hieruit blijkt dat tussen de 60 en 70 procent van alle gezonde, thuiswonende kinderen in de leeftijd van 1 tot 12 jaar, een veilige gehechtheidsrelatie heeft met hun ouders. Tussen de 30 en 40 procent van alle gezonde, thuiswonende kinderen is onveilig gehecht. Dat wil zeggen: het kind of de jongere ervaart (iets) meer onzekerheid ten opzichte van zichzelf en de ouders dan veilig gehechte kinderen. De richtlijn benadrukt dat een onveilige gehechtheidsrelatie niet gezien moet worden als iets 'pathologisch', maar meer als variatie binnen de normale bandbreedte. Het betekent ook niet dat alle jongeren met een onveilige gehechtheidsrelatie hulp of behandeling nodig hebben. Het gros van de kinderen met een onveilige gehechtheidsrelatie wordt volwassen zonder dat hulp van buitenaf nodig is
Er is een methode die het mogelijk maakt om de hechting te verbeteren. Voordeel is dat de behandeling niet het kind belast, maar gericht is op de ouder.
Er is gebleken dat bij een groot aantal kinderen met astma waarbij de band tussen moeder en kind gerepareerd is, de astma voor grotendeels hersteld is en dat 80% van de kinderen medicijnvrij zijn geworden.
Tevens blijkt dat een verbetering van de hechting ook helpt bij andere (opvoedings-) problemen of gedragingen van het kind.
De therapie bestaat uit 3 fasen:
1. Het opsporen van het trauma.
2. Deze gebeurtenis en bijbehorende gevoelens opruimen.
3. Een nieuwe “ideale” zwangerschap en geboorte installeren.
Fase 2 en 3 worden met behulp van hypnose doorlopen.
We spreken nooit over schuld. De moeder is wel degene die de hechting kan verbeteren. Als je denkt dat je een slechte hechting met je kind hebt, of je wil graag bij je kind ander gedrag, wacht dan niet langer om jullie relatie hechter te maken. Het zal jullie alle twee gelukkiger en blijer maken. Het kind zal profijt hebben van een goede hechting.
Ook vaders kunnen ervaren dat het contact met het kind niet helemaal goed is, of dat ze veel (ongewenst) spiegelgedrag zien.
Ben jij een vader die dit herkent wacht dan niet langer? Begin nu met het verbeteren van de hechting met je kind door een afspraak te maken want wat voor de moeder kan, kan ook voor de vader!
De gevoelens bij deze gebeurtenis opruimen